De illusie van de vrije keuze

18 oktober 2022By Merel Nolet

Laatst deelde Rutger Bregman een fragment op LinkedIn. In het programma Op1 zit de praktisch vegan journalist tegenover Linda Verriet, voorzitter van de Producenten Organisatie Varkenshouderij. Het is een klassiek pingpong-gesprek. Twee compleet andere visies die onmogelijk ooit common ground zullen vinden.

Linda pleit voor het eten van vlees. Dat verpakt ze in een pleidooi voor vrije keuze voor iedereen. Als vlees duurder wordt, kunnen sommige mensen het niet meer betalen en wordt het iets voor de elite. Ook mensen met een kleine beurs zouden voor vlees moeten kunnen kiezen, vindt ze.

Rutger pleit juist voor minder. Hij benoemt de impact van de bio-industrie en de dieronvriendelijke manier waarop we de afgelopen jaren ons vee zijn gaan houden. Sinds landbouwminister Sicco Mansholt na de tweede wereldoorlog opriep tot ‘nooit meer honger’, zetten we volmondig in op intensivering en industrialisering. Maar dit tijdelijke utopia voor ons, blijkt lang geen utopia voor al het andere leven op aarde. De dieren lijden. De aarde lijdt. En daar hebben we uiteindelijk ook onszelf mee.

Vrije keuze

Linda wil een vrije keuze voor iedereen, maar wat is vrije keuze in een wereld die ons sowieso al een bepaalde richting op duwt? We worden elke dag gestuurd in de keuzes die we maken. Door grote commerciële marketingmachines, maar ook door het systeem waarin we leven en het aanbod dat we voorgeschoteld krijgen op basis van wat er binnen het systeem voorhanden is.

Stel nou even dat volgend jaar álle aardappeloogsten mislukken. Dan kan ik nog zo graag een patatje willen, maar dat zit er dan toch echt niet in. Balen? Jazeker. Maar na een half jaar weet ik waarschijnlijk niet eens meer hoe een patatje smaakt. Of leer ik dat het net zo lekker is om een paddenstoel of knolselderij in de frituur te mikken.

Zeven dagen vlees

De bio-industrie biedt ons de mogelijkheid om zeven dagen per week goedkoop vlees te eten. Maar we zijn er inmiddels achter dat dit systeem niet houdbaar is en dat de boeren, dieren en natuur de prijs betalen. Ingewikkeld? Zie het dan gewoon als een mislukte aardappeloogst. We probeerden iets, het ging lang goed, nu toch mislukt, op zoek naar een alternatief.

Die vrije keuze van Linda Verriet mag daarom wat mij betreft de prullenbak in. Haar claim dat al het vlees dat wij in Nederland produceren ‘gezond’ is, mag erachteraan. Want die baseert ze op het argument van voedselveiligheid, en dat is toch echt iets heel anders (en een discussie voor later).

Kan het ook wat minder?

Laat ik twee dingen vooropstellen: Ik geloof dat goed, gezond, veilig en betaalbaar voedsel een basisbehoefte is en voor iedereen beschikbaar moet zijn. En ik geloof dat ieder mens is in staat is – en in staat gesteld zou moeten worden – om diens eigen keuzes te maken. Daar vertrouwen we wat mij betreft momenteel nog veel te weinig op.

Maar pleiten voor minder vlees heeft niks te maken met niet meer gezond en betaalbaar kunnen eten. Ook niet met mensen de keuze uit handen willen nemen. Het heeft wél te maken met je keuzes simpelweg baseren op dat wat er beschikbaar is. En dat doen we al jaren zo, of we het nou doorhebben of niet.

 

NB: Ik ben me ervan bewust dat er op veel plekken in de wereld nog wel vleesproductie en -consumptie nodig is om in deze eerste levensbehoefte te voorzien. Dit is daarom ook geen betoog tegen het eten van vlees. Dit is een betoog tegen de bio-industrie – of intensieve veehouderij, als je het liever zo noemt.

Beeld: Pascal Debrunner via Unsplash